Een Proctor-compactie, of Proctor-test, is een standaardtest die wordt uitgevoerd om de optimale vochtigheids- en dichtheidscondities van een bodem te bepalen voor het bouwen van constructies zoals wegen, dijken en funderingen. Het is vernoemd naar Ralph R. Proctor, een pionier op het gebied van grondonderzoek.
Het doel van een Proctor proef.
Met een Proctor proef kan een curve worden opgesteld die de relatie tussen de dichtheid van de bodem en het vochtgehalte laat zien. Deze curve bereikt een piek op een bepaald vochtgehalte, wat het optimale vochtgehalte wordt genoemd. Dit optimale vochtgehalte correspondeert met de maximale dichtheid van de bodem, wat belangrijk is voor het bereiken van de vereiste stabiliteit en draagkracht voor bouwdoeleinden.
Deze proef wordt uitgevoerd op zowel natuurlijke bodems als bodems die zijn aangepast met additieven zoals zand, grind of cement, om de geschiktste samenstelling te bepalen voor specifieke bouwprojecten.
Een overzicht van al onze Proctor proeven op grond:
Proef | Norm | BELAC | AASHTO | Laboroute |
---|---|---|---|---|
Bindmiddeldoseringscurve | Geos | |||
Bindmiddelstudie | Geos | |||
CBR-waarde (California bearing ratio) | EN 13286-47 | B | L | |
NF P 94 078 | L | |||
Bepaling van de druksterkte | RAW (2020) proef 18 | B | ||
EN 13286-41 | B | L | ||
Immediate bearing index (IPI) | EN 13286-47 | B | L | |
1-punts standaard Proctor verdichting | EN 13286-2 | B | L | |
1-punts versterkte Proctor verdichting | EN 13286-2 | B | L | |
5-punts standaard Proctor verdichting | EN 13286-2 | B | L | |
5-punts versterkte Proctor verdichting | EN 13286-2 | B | L | |
Weerstand tegen onderdompeling | CME 52.23 | |||
Bepaling van de splijttreksterkte | EN 13286-42 | B | L | |
Versnelde zwelproef | EN 13286-49 | |||
Verificatie geschiktheid grond | NF P 94-100 | |||
Verwerkbaarheidsperiode | EN 13286-45 | B |